Onderstaande bijdrage is van journalist Jaap Visser in de Volkskrant. De Volkskrant profileert regelmatig bekende en onbekende, kleurrijke Nederlanders die onlangs zijn overleden.
Weldoener van het Voorhouts verenigingsleven, die ervoor zorgde dat het sportpark van Foreholte vol met reclameborden hing
Een charmante verschijning was hij, Floris van Dam uit Voorhout, die eind maart bij het Porsche-drama op de Duitse Autobahn een van de slachtoffers was. Als verzekeringsman iemand die dichtbij zijn klanten stond, als verenigingsman een verbinder.
Voorhout, dorp in de Bollenstreek tussen Leiden en Noordwijk, was vervuld van verdriet. Bij het Porsche-drama op de Duitse Autobahn waren Floris van Dam (42) en zijn partner Roos Bekkerin (37) uit het leven weggevaagd. Drie dagen later, op woensdagavond 29 maart, leidde het spoor van vele tientallen kaarslantaarns dwars door sportpark Elsgeest naar het hoofdveld van de voetbalclub Foreholte. Daar, voor de Jac. van Dam Tribune, was een altaartje opgericht en herdacht rouwend Voorhout met tranen in de ogen zijn geliefde dorpsgenoten, kijkend naar de foto van een stralend en verliefd stel, dat nog maar enkele maanden eerder was gaan samenwonen.
Floris van Dam was een verbinder, een weldoener van zo’n beetje het hele verenigingsleven en een gewiekste organisator, die drie dagen voor de fatale klap in Duitsland nog een avondje met Sjaak Swart voor de sponsorclub van Foreholte had geregeld. Was een groot succes. Als verzekeringsman van financieel advieskantoor Jac. van Dam stond hij dicht bij zijn klanten: toegewijde dienstverlening, dat had hij van zijn vader geleerd.
Jacques van Dam bouwde de familiezaak op en kreeg het in zijn eentje zo druk dat hij voor de keuze kwam te staan om personeel aan te nemen of enig kind Floris in de zaak te halen. Het werd dat laatste, een gelukkige keuze, vader en zoon leerden lezen en schrijven met elkaar. ‘Floris zorgde voor modernisering en bleek bovendien commercieel heel sterk. We vulden elkaar mooi aan, en uiteindelijk kon ik de zaak met een gerust hart aan hem overlaten.’
Dat zijn zoon in de verzekeringen zou gaan, verraste vader Jacques, net zoals het hem verbaasde dat Floris zich de benen uit het lijf liep voor de plaatselijke voetbalclub. Van Dam junior deed het Grafisch Lyceum in Rotterdam, werkte bij een drukker in Noordwijkerhout, maar wilde iets dat avontuurlijker was en ging voor een klant van Jac. Van Dam Verzekeringen aan de slag als bloemenrijder. Daarna werd hij barkeeper bij ’t Zeepaardje in Noordwijk, ‘en daar stond hij, charmante jongen, leuk om te zien goed op zijn plek’, aldus vader Jacques. ‘Maar ineens zei hij: ‘Zal ik bij jou in de zaak komen?’ Toen heb ik gezegd: ‘Ga jij eerst maar eens bij een ander in de keuken kijken’ en ik heb hem naar een collega in Heemstede gestuurd.’
En dan ‘de voetbal’. Jacques van Dam is hartstochtelijk Ajax-aanhanger en heeft van nabij nog Sjaak Swart zijn hoogtijdagen zien beleven. ‘Floris had niets met voetbal. Hij heeft als kind een jaartje op Foreholte gezeten, maar hij vond er geen moer aan. Hij stond in het veld alleen maar grassprietjes te tellen.’
Toch werd Floris van Dam de verenigingsman die ervoor zorgde dat het sportpark vol reclameborden kwam te hangen en dat de veilingavonden onder sponsoren Foreholte goudgeld opleverden. Floris werd gedreven door gemeenschapszin, hij wilde samenwerken, verbinden en was maatschappelijk zeer betrokken. Zijn Porsche was zijn geliefde speeltje dat hij graag beschikbaar stelde voor de vrijwilligersorganisatie ‘Dag met een lach’, die zieke kinderen ritjes in sportauto’s laat maken.
Met de Porsche ging het eind maart bij slecht weer en door een aaneenschakeling van bizarre toevalligheden zo erg mis dat de toertocht van Floris en Roos, beiden ouder van twee kinderen uit een eerdere relatie, een fatale wending kreeg. Vader Jacques duwt zijn verdriet overdag opzij om de zaken van zijn zoon af te handelen, met hulp van Robertine Steenvoorden, die jaren met Van Dam junior het verzekeringskantoor midden in Voorhout deelde. ‘Floris ging voor zijn klanten door het vuur en was daardoor soms een enorme lastpak voor de verzekeraars. Als werkgever was hij net zo fantastisch, een vriend. Aan het eind van de werkdag zei hij altijd ‘dank je wel’ tegen mij.